Milieu- en recycleorganisatie Green Force is het niet mee eens met de pompstationhouders dat zij onwikkelingen op het gebied van elektrisch rijden willen tegenhouden.
Ze hebben boter op hun hoofd volgens Timo Brouwer, eigenaar van Green Force.
De dictatoriale trekken van deze groepen zijn opmerkelijk: zijn willen nu gaan bepalen hoe de consument rijdt en welk mobiliteitsbeleid er gevoerd moet worden.
Het zijn dictatoriale neigingen van een groep mensen die al jarenlang geld haalt uit de olie-industrie ten koste van het milieu, maar zich nu verzet tegen een investering die vele positieve externe effecten met zich meebrengt, louter omdat het betekent dat het hun negatief zal beïnvloeden in de portemonnee.
Waarom horen wij hun niet over de stankoverlast die pompstations veroorzaken en de onveiligheid van pompstations in de bebouwde kom?
Opmerkelijk is de redenering dat er banen verloren zullen gaan.
Het aantal banen bij pompstations is niet veel en bovendien zal de invoering van elektrische auto’s er juist voor zorgen dat er hoogopgeleide banen vrijkomen in de elektrotechniek.
De markt van het elektrisch rijden biedt van nature meer banen aan en zal daarnaast een gelegenheid vormen om menselijk kapitaal aan te trekken tot de Curaçaose economie. Dit zou helpen met het tegengaan van de “braindrain”. Talentvolle, hoogopgeleide Curaçaoënaars zouden nu ook een baan kunnen vinden in eigen land, in plaats van noodzakelijk gedwongen te zijn om in het buitenland te verblijven omdat er op Curaçao geen werkgelegenheid is voor hen.
De pompstationhouders zijn hypocriet: ze doen alsof ze hun beste beentje willen voorzetten voor het land wanneer het op banen en inkomsten neerkomt. Echter blijkt het dat het enige wat ze willen beschermen hun eigen inkomsten betreft en daarmee de afhankelijkheid van Curaçao aan de buitenlandse olie. Er wordt geen rekening gehouden met het feit dat het land juist vooruit zal gaan door het dalen van transportkosten. Het gevolg hiervan zal zijn dat er meer geld overblijft om aan andere dingen te besteden. Transport dat minder duur zal ervoor zorgen dat er meer mobiliteit is op het eiland. Ook zal goedkopere mobiliteit – mits het goed ingevoerd is – ervoor zorgen dat de transportkosten voor importbedrijven omlaag gaan, wat kan betekenen dat producten goedkoper kunnen worden.
Omtrent de bewering dat de regering minder inkomsten zal hebben: dat is relatief.
De pompstationhouders zeggen niets over de fijnstof die vrijkomt bij dieselauto’s en trucks; fijnstof waar duizenden mensen iedere dag blootgesteld aan worden. Juist door elektrisch te gaan rijden wordt het milieu schoner, is er minder (of helemaal geen) uitstoot en zal het land Curaçao veel geld kunnen besparen in de gezondheidszorg.
Curaçao heeft een nieuw Energie Plan en daar staat duidelijk in, onder strategie #5 (energie efficient transport) dat elektrisch rijden een van de ondernemingsstappen is. Dit zal helpen met het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen en zo zou Curaçao ook haar steentje kunnen bijdragen met het tegengaan van de opwarming van de aarde.
Jarenlang zien we hoe de wereld om ons heen zich klaarmaakt voor elektrisch rijden (Barbados en Aruba zijn voorbeelden daarvan). In Europa worden er binnenkort dieselauto’s geweerd uit de stadsomgeving. Elektrische auto’s zijn in opmars en zullen de meest gebruikte vorm van mobiliteit zijn rond 2030 (of eerder).
Pompstations in Nederland hebben er al voor gezorgd dat er ook laadpalen staan. Dit is iets waar de lokale pomphouders op in hadden kunnen spelen. In plaats van het verzet tegen duurzaam transport – iets wat niet lang tegen te houden zal zijn – zouden deze bedrijven hun kans moeten grijpen om te intelligent te investeren en dit hun bron van inkomsten te maken voor in de toekomst.
Curaçao en regering van dit land, laat je niet gek maken door de instelling van de pomphouders en kies ervoor om vooruit te gaan zoals de rest van de wereld dat aan het doen is.
De toekomst is zonder raffinaderij (in huidige vorm) en zonder vervuilende mobiliteit.